Te hoog HDL-cholesterol, nierfunctie en sterftekans

Een Amerikaanse studie laat een U-vormig verband zien tussen het HDL-cholesterol en de sterftekans. Een hoog gehalte van het ‘goede’ HDL-cholesterol blijkt eveneens niet gunstig voor de overlevingskans. In de cohortstudie werden gegevens van bijna 1,8 miljoen Amerikaanse veteranen verzameld. In de periode van oktober 2003 tot september 2004 was bij de deelnemers minimaal eenmaal de glomerulaire filtratiesnelheid (eGFR) geschat. De eGFR is het totale volume van voorurine dat in een bepaalde tijdseenheid gefilterd wordt door beide nieren en is een maat voor de nierfunctie. De deelnemers werden gevolgd tot ze kwamen te overlijden of uiterlijk tot september 2013. Veteranen met een laag HDL-cholesterolgehalte in combinatie met een lage eGFR (slechte nierfunctie) hadden een verhoogde kans op comorbiditeit. Binnen een periode van negen jaar overleed 40% van de personen met een HDL-cholesterolgehalte lager dan 0,7 mmol/l. Een HDL-cholesterolgehalte tussen 0,7 en 0,9 mmol/l, tussen 0,9 en 1,1 mmol/l en tussen 1,1 en 1,3 mmol/l liet een overlijdensrisico zien van respectievelijk 32%, 29% en 28,5% ongeacht de eGFR waarde. Bij een HDL-cholesterolwaarde van 1,3 mmol/l of meer nam de sterftekans toe naar 32%. De relatie tussen het HDL-cholesterolgehalte en het sterfterisico werd significant beïnvloed door de nierfunctie en de aanwezigheid van een hartaandoening. Een slechte nierfunctie leek het beschermend effect van een goed HDL-cholesterolgehalte teniet te doen. De resultaten laten een U-vormig verband zien tussen het HDL-cholesterolgehalte en de sterftekans. Deze relatie wordt beïnvloed door de nierfunctie en de aanwezigheid van hartziekten.