Zwangerschap: ijzersuppletie afstemmen op behoefte

Tijdens de zwangerschap is het van belang om de ijzerdosis af te stemmen op de initiële hemoglobinespiegel om een optimale groei van de foetus te bevorderen.

Het onderzoek werd uitgevoerd bij 791 zwangere vrouwen woonachtig in Noord-Spanje. In de twaalfde zwangerschapsweek werd bij de vrouwen het hemoglobinegehalte (Hb) gemeten. Op basis hiervan kregen de vrouwen ijzersupplementen. Vrouwen met een Hb-gehalte tussen 6,8 en 8,1 mmol/l kregen dagelijks 40 of 80 mg ijzer en vrouwen met een Hb-gehalte > 8,1 mmol/l kregen 20 of 40 mg ijzer per dag. Tijdens de zwangerschap en na de geboorte werd de lengte, het gewicht en de hoofdomtrek van de baby gemeten.

Vrouwen met een initieel Hb-gehalte tussen 6,8 en 8,1 mmol/l hadden met een dagelijks suppletie van 80 mg ijzer in het tweede simester een significant verhoogde kans op een foetus met een relatief grote hoofdomtrek en een hoog lichaamsgewicht. Vrouwen met een initieel hoger Hb-gehalte hadden bij een suppletiedosis van 40 mg ijzer per dag significant meer kans op een grotere hoofdomtrek van de foetus in het derde trimester ten opzichte van een lagere ijzerdosis. Vrouwen die een dagdosis van 80 mg ijzer kregen, hadden bovendien een significant verhoogd risico op een baby met een geboortegewicht van meer dan 4500 gram (macrosomie).

Om een optimale foetale ontwikkeling te bereiken en macrosomie te voorkomen, is het van belang de suppletiedosis van ijzer tijdens de zwangerschap aan te passen op basis van het initiële Hb-gehalte. Een te hoge suppletiedosis vergroot het risico op een te forse groei van de baby.