Apolipoproteïne A-II gen van invloed op eetgedrag

Voor het eerst toont een studie aan dat het apolipoproteïne A-II gen (APOA2) van invloed is op de voedingskeuze, vooral op de voorkeur voor vetrijk voedsel.
In het onderzoek werd het verband tussen de APOA2-promotor, de vetsamenstelling in het plasma, de lichaamssamenstelling en de voedselinname van 514 mannen en 564 vrouwen onderzocht. Deze proefpersonen namen deel aan de zogenaamde GOLDN studie (Genetics of Lipid Lowering Drugs and Diet Network) en werden gevraagd om een vragenlijst in te vullen over hun eetgedrag en leefstijl. De onderzoekers stelden het gewicht, de lengte, middelomtrek en heupomvang vast. De vetsamenstelling van het bloed werd bepaald vóór en ná het eten van een vetrijke maaltijd. De allelen van de APOA2-promotor T en C vormen de combinaties TT, TC en CC die het genotype bepalen.
Uit de resultaten bleek dat 85% van de proefpersonen de algemeen voorkomende TT- en TC-genotypen hadden. Bij 15% bleek het CC-genotype aanwezig te zijn. Bij de laatste groep was de vetinname groter dan bij de personen met de TT- en TC-genotypen. Ook bleken de personen met het CC-genotype per dag gemiddeld 200 calorieën meer te eten en was de kans op obesitas in deze groep groter dan bij de personen met de andere genotypen. De personen met het CC-genotype aten bovendien meer eiwitten en minder koolhydraten. De verhouding van de koolhydraatinname ten opzichte van de eiwit- en vetinname bleek kleiner.
Geconcludeerd kan worden dat de APOA2-promotor van invloed is op de voedselvoorkeur en daarmee op het ontstaan van obesitas. De studie levert een belangrijke bijdrage in de kennis over de relaties tussen voedingsgewoonten, erfelijkheid en overgewicht. Meer onderzoek is nodig om de invloed van de APOA2-promotor te onderzoeken, niet alleen op voedselvoorkeuren maar ook op hongergevoel.