Carotenoïden en leververvetting (NAFLD)

Er is een verband tussen een hoge inname van carotenoïden (provitamine A) en bescherming tegen niet-alcoholische leververvetting (NAFLD). Voor vitamine A is het onzeker.

Uit de carotenoïden kan het lichaam vitamine A vormen. Deze carotenoïden zijn van nature aanwezig in onder andere wortelen, zoete aardappels, boerenkool en meloen. Tot deze carotenoïden behoren alfa- en bètacaroteen en bèta-cryptoxanthine. Bronnen van vitamine A zijn vis, zuivel, eidooiers en vlees (vooral lever).

Voor de studie werden gegevens gebruikt van het Amerikaanse bevolkingsonderzoek NHANES uit de periode 2007 tot 2014. Er werden 6613 volwassenen geïncludeerd.

Na correctie voor beïnvloedende factoren ging een hoge inname van carotenoïden gepaard met een significante risicoreductie van 22%. Hierbij werd een lineair verband gezien. Hoe hoger de inname van carotenoïden, hoe lager de kans op NAFLD. Het effect van de carotenoïdeninname op het risico van NAFLD was het duidelijkst bij vrouwen en personen jonger dan 45 jaar.

Personen met de hoogste inname van vitamine A hadden een 14% lager risico op leververvetting ten opzichte van deelnemers met de laagste vitamine A-inname, maar dit verband bleek niet significant.

Voeding rijk aan carotenoïden lijkt te beschermen tegen NAFLD. Om dit te bevestigen moeten studies uitgevoerd worden die een oorzakelijk verband kunnen aantonen.