Clostridium-infectie bestrijden met fecesdonatie

Fecesdonaties zijn effectiever bij de bestrijding van een infectie met Clostridium difficile dan de standaardbehandeling met antibiotica. Clostridium difficile is een bacterie die bij een gezonde darmflora weinig problemen veroorzaakt, maar bij een verstoorde darmflora klachten als diarree, misselijkheid, krampen en koorts.

Patiënten met een Clostridium difficile infectie werden willekeurig in drie groepen verdeeld. Patiënten in de eerste groep werden gedurende vier dagen behandeld met het antibioticum vancomycine (viermaal per dag 500 mg), vervolgens kregen ze een darmspoeling die gevolgd werd door een fecesdonatie, een infusie van ontlasting van een gezonde donor via de twaalfvingerige darm. Patiënten in de tweede groep kregen een standaardbehandeling met vancomycine (viermaal per dag 500 mg gedurende twaalf dagen) en de patiënten in de derde groep kregen vancomycine in combinatie met een darmspoeling.

Van de zestien patiënten die de fecesdonatie hadden gekregen, hadden er dertien (81%) na de eerste infusie geen diarreeklachten meer. De overige drie patiënten kregen opnieuw een ontlastingmonster toegediend. Bij twee van hen verdwenen de diarreeklachten voorgoed. Behandeling met alleen vancomycine leidde bij slechts 31% tot het verdwijnen van diarreeklachten. In de groep patiënten die het antibioticum in combinatie met de darmspoeling kregen genas 23%. Toediening van de ontlastingmonsters leidde tot milde klachten van diarree en buikkrampen die beperkt bleven tot de dag van infusie. De darmflora van patiënten had na infusie een samenstelling die vergelijkbaar was met die van gezonde personen. Er werd een toename gezien van Bacteriodetessoorten en clostridium clusters IV en XIVa en een afname van Proteobacteriesoorten.

De behandeling met de fecesdonatie van gezonde personen was significant effectiever dan de standaardbehandeling met vancomycine, zo blijkt uit de resultaten.