Covid-19: natuurlijke immuniteit bij zorgmedewerkers

Sommige gezondheidswerkers hebben van nature immuniteit tegen het SARS-CoV-2 virus. Dit komt doordat ze eerder veelvuldig in aanraking kwamen met corona verkoudheidsvirussen.

Voor de studie die gepubliceerd werd in Nature werden zorgmedewerkers intensief gevolgd die bij herhaling een negatieve PCR-test hadden. Na een infectie reageert het afweersysteem direct met de productie van neutrofielen en macrofagen (aangeboren immuniteit). Deze typen witte bloedcellen verdedigen het lichaam tegen het virus op een niet-specifieke manier. Na ongeveer vijf tot zeven dagen worden (geheugen) T-cellen en door B-cellen specifieke antilichamen geproduceerd die zorgen voor langdurige immuniteit (verworven immuniteit). Bij de zorgmedewerkers werd echter kruisimmuniteit tegen SARS-CoV-2 gezien als gevolg van eerder verworven immuniteit tegen coronavirusinfecties (MERS, SARS en andere coronavirussen). Van specifiek belang waren T-cellen tegen replicatie-transcriptiecomplex (RTC) enzymen. Gezondheidswerkers met sterke RTC-specifieke T-cellen vertoonden een robuuste immuniteit waardoor de infectie volledig de kop in werd gedrukt.

Zorgmedewerkers kunnen een subklinische Covid-19 infectie doormaken zonder dat dit aantoonbaar is met een PCR-test.