Darmflora van invloed op glucoserespons

De samenstelling en activiteit van darmbacteriën blijkt van invloed op de postprandiale (na de maaltijd) glucoserespons. Verhoogde postprandiale glucosewaardes zijn onder andere gerelateerd aan obesitas, diabetes type-2 en hart- en vaataandoeningen. Aan de studie namen 550 volwassenen deel woonachtig in de Verenigde Staten. De wetenschappers verzamelden gedurende twee weken informatie over hun voeding, slaap, activiteiten en de glucoserespons. De bloedglucosespiegel werd ieder kwartier gemeten met behulp van een glucosesensor. Aan het begin van het onderzoek werden ontlastingmonsters geanalyseerd. In totaal consumeerden de deelnemers meer dan 30.000 uiteenlopende maaltijden, van vleesgerechten tot vegetarische en glutenvrije maaltijden. Het ontbijt, de lunch en het tussendoortje in de ochtend waren gestandaardiseerde maaltijden waardoor het mogelijk was om de individuele glycemische respons op de maaltijden te vergelijken. De darmmicrobiota bleek significant van invloed op de postprandiale glucoserespons. Een ongunstige samenstelling van de darmflora was geassocieerd met een grotere postprandiale stijging van de bloedglucosespiegel. Een ongunstige darmmicrobiota wordt gekenmerkt door een lage diversiteit van microben of een hoog aandeel van schadelijke darmbacteriën. Er waren ook nog andere kenmerken van het microbioom die een voorspeller waren van de glycemische respons. Hoewel het moeilijk is om causale verbanden aan te tonen, vermoeden de wetenschappers dat de darmmicrobiota betrokken is bij de darmgezondheid, intestinale permeabiliteit en inflammatie en via deze weg de glycemische respons beïnvloedt.