Dierstudie: aspartaam induceert angst

Inname van de zoetstof aspartaam kan al in kleine hoeveelheden het brein beïnvloeden en angstig gedrag uitlokken. Dit kan aan opeenvolgende generaties worden doorgegeven.

Dit werd gevonden in een experiment met muizen, die drinkwater kregen met 0,015% of 0,03% aspartaam of gewoon drinkwater. Deze doses aspartaam komen overeen met 8% tot 15% van de door de Food and Drug Administration (FDA) aanbevolen maximale dagelijkse hoeveelheid. 

Bij de muizen die aspartaamhoudend drinkwater consumeerden, werd een duidelijke toename van angstig gedrag gezien. Dit bleek uit testen waaraan de muizen werden blootgesteld, zoals een open-veld-test en een doolhof. Wanneer de muizen het rustgevende medicijn diazepam toegediend kregen, namen angstsymptomen af. Nadere analyse van de genexpressie toonde dat aspartaam leidde tot een overstimulering (excitatie) in de amygdala, een hersengebied dat betrokken is bij emoties. Nog opvallender was dat het angstige gedrag, de reactie op diazepam (Valium) en de veranderingen in de genexpressie van de amygdala van mannelijke muizen die waren blootgesteld aan aspartaam, aan twee opeenvolgende generaties werd overgedragen.

Wanneer de bevindingen naar mensen worden geëxtrapoleerd, betekent dit dat een aspartaaminname lager dan de maximale dagelijkse hoeveelheid kan leiden tot psychische klachten die ook volgende generaties kan treffen.