Ethyleicosapentaenaat en schizofrenie

Engelse onderzoekers vonden dat suppletie met ethyleicosapentaenaat (E-E; de ethylvorm van EPA, het vetzuur in vette vis) zorgde voor een significante verbetering van de schizofrenie bij patiënten die behandeld werden met clozapine. Bij de schizofreniepatiënten die behandeld werden met typische en atypische antipsychotica werd een groot placebo-effect gemeten waardoor er geen significante verschillen gevonden werden. Aan het onderzoek van de E-E Multicentre Study Group van de Swallownest Court in Sheffield in Engeland, deden 115 schizofreniepatiënten mee. Van deze patiënten kregen 31 clozapine, 48 nieuwe antipsychotica en 36 al langer gebruikte antipsychotica. De patiënten werden verdeeld over vier groepen. De drie suppletiegroepen kregen 1, 2 of 4 g E-E per dag gedurende 12 weken. De vierde groep diende als controlegroep en kreeg een placebo.De patiënten die behandeld werden met clozapine en die 2 of 4 g E-E per dag kregen, lieten een significante verbetering zien van de schizofreniesymptomen. Deze verbetering was het grootst bij de groep die 2 g E-E per dag kreeg. Er werd een groot placebo-effect gevonden bij de patiënten die behandeld werden met de beide groepen antipsychotica waardoor er geen verschil werd gevonden tussen de suppletiegroepen en de placebogroep. De patiënten die E-E kregen lieten een afname zien van triglyceridenconcentraties in het bloed. De onderzoekers vonden een toename van arachidonzuur in de rode bloedcellen bij een verbetering van de schizofrenie. De suppletie met E-E liet geen bijwerkingen zien. Ook werden er geen nadelige biochemische of hematologische effecten gevonden van E-E.