Grote kans op medicijninteracties bij ouderen

Ouderen die een voedingssupplement of een kruidenpreparaat gebruiken hebben een verhoogde kans op interacties met medicijnen. Voor de studie werden 65-plussers geselecteerd afkomstig van twee huisartspraktijken in Zuidoost Engeland. Aan 400 ouderen werd een vragenlijst opgestuurd over het gebruik van medicijnen, kruidenpreparaten en voedingssupplementen. De respons was relatief laag met 39%. Er werden 155 volledig ingevulde vragenlijsten geretourneerd. Van de ouderen gebruikte 34% naast hun medicijnen een kruiden- of voedingssupplement. Vrouwen gebruikten significant vaker een supplement ten opzichte van mannen (44% versus 23%). Gemiddeld werden drie verschillende supplementen gebruikt tot een maximum van acht. Vooral voedingssupplementen (vitamines en mineralen) waren populair; 78% van de respondenten gebruikte een dergelijk supplement. Tot de meest gebruikte supplementen behoorden levertraan, glucosamine, multivitamines en vitamine D. Zo’n 20% van de deelnemers gebruikte regelmatig een kruidenpreparaat. Populaire preparaten waren teunisbloemolie, valeriaan en een preparaat bestaande uit een combinatie van hop, gentiaan en passiebloem. Van de supplementgebruikers had 33% kans op interacties met medicijnen. Bij ouderen is de kans op bijwerkingen en interacties groot. Dit komt enerzijds doordat vaak sprake is van verschillende en chronische ziekten. Ouderen gebruiken hierdoor vijf of meer geneesmiddelen gedurende langere tijd (polyfarmacie). Anderzijds worden geneesmiddelen langzamer verwerkt door het lichaam als gevolg van bijvoorbeeld een verminderde nierfunctie. De kans op interacties neemt hierdoor toe.