Dit artikel is openbaar en gratis te lezen
Dit artikel is openbaar gesteld, zodat deze door iedereen te lezen is. Om onbeperkt ook alle andere betaalde artikelen te kunnen lezen, neem dan via onderstaande knop een abonnement.
Neem een digitaal abonnement
Een
meta-analyse waarin de relatie tussen zoutgebruik enerzijds en cardiovasculaire incidenten en algemene
sterfte anderzijds werd onderzocht, werd gepubliceerd in het toonaangevende tijdschrift The
Lancet.
In de meta-analyse werden gegevens van vier studies samengevoegd. Dit leverde in totaal 133.118 deelnemers op, waarvan 63.559 met
hoge bloeddruk en 69.559 zonder hoge bloeddruk. Gekeken werd naar het verband tussen
natrium in de urine, het hoofdbestanddeel van keukenzout, en cardiovasculaire incidenten en sterfte over een periode van vier jaar. De zoutinname werd vastgesteld aan de hand van de natriumuitscheiding met de urine.
Bij een gemiddelde dagelijkse inname hoger dan rond 11,5 gram
zout liet de groep met een hoge bloeddruk een toename zien van de kans op
hart- en vaatziekten. Zover niets bijzonders. Maar bij personen met een normale
bloeddruk was deze toename van risico nauwelijks aanwezig. Was de inname een hoeveelheid onder de 11,5 gram zout, dan liet dit onderzoek iets opmerkelijks zien. Niet alleen bleken beide groepen ongeveer hetzelfde te reageren op de zoutinname wat het risico van hart- en vaatziekten betreft, maar in beide groepen steeg het risico van hart- en vaatziekten bij een lagere zoutinname.

Deze bevindingen zijn des te opmerkelijker omdat weinig mensen een inname hebben van hoger dan 11,5 gram. De officiële aanbeveling in Nederland is om minder dan 6 gram zout te eten. Gemiddeld eet de Nederlander dagelijks 8,7 gram zout, dus aanzienlijk onder het ‘keerpunt’ van 11,5 gram per dag.
De belangrijkste zoutbronnen zijn kant-en-klaarproducten, voedsel uit blik, brood, vleesproducten en kaas.