Hormoontherapie en baarmoederkanker

Gebruik van hormoontherapie met alleen oestrogeen of met tibolon vergroot de kans op baarmoederkanker, terwijl toevoeging van progestagenen dat effect juist verkleint, zo blijkt uit een groot Engels onderzoek.
Tibolon (Livial) is een synthetisch steroïd met oestrogene, progestagene en androgene eigenschappen en wordt regelmatig gebruikt bij de behandeling van postmenopauzale symptomen. Aan de Million Women Study namen 716.738 postmenopauzale vrouwen zonder kanker en met een intacte baarmoeder deel. Zij werden gemiddeld 3,4 jaar gevolgd, er ontstonden 1320 gevallen van endometriumkanker. Van de deelnemers had 45% een hormoonsuppletietherapie (HST) gebruikt. Hiervan had 22% een gecombineerde therapie van een progestageen met een oestrogeen gebruikt, 45% een cyclische therapie waarbij het progestageen gedurende 10 tot 14 dagen werd toegevoegd aan het oestrogeen, 9% tibolon en 4% alleen een oestrogeen.
Vergeleken met vrouwen die geen hormoontherapie hadden gebruikt, was het risico bij vrouwen die tibolon gebruikten 79% hoger en bij vrouwen die alleen oestrogenen slikten 45% hoger. Bij vrouwen die een continue HST gebruikt hadden, was het risico 29% minder. Bij de cyclische HST werd geen verschil in risico gevonden. De negatieve effecten van tibolon en oestrogeen alleen waren het grootst bij vrouwen met een normale BMI. De positieve effecten in het onderzoek waren het grootst bij vrouwen met overgewicht.
Progestagenen gaan het negatieve effect van oestrogenen op het baarmoederslijmvlies tegen. Hoe langer het progestageen wordt gebruikt hoe groter het effect. Hier staat echter tegenover dat een gecombineerde therapie het risico van borstkanker vergroot. Als we deze twee vormen van kanker samen nemen dan geeft een gecombineerde therapie een vergroting van het risico van kanker.