Kort overzicht calcium en botten

De inname van calcium uit de voeding leidt niet tot minder botbreuken. Wel is er enig bewijs voor fractuurpreventie door calciumsuppletie. Dit concluderen wetenschappers van de University of Auckland (Nieuw Zeeland) in een review die gepubliceerd werd in de British Medical Journal.

De wetenschappers selecteerden relevante studies met behulp van de medische databanken Ovid Medline, Embase, PubMed en door bestudering van referenties van reviews. Er werd gezocht naar gerandomiseerde studies en cohortstudies waaraan vijftigplussers deelnamen. Van de proefpersonen was informatie beschikbaar over de inname van calcium uit de voeding of over het gebruik van calciumsupplementen (zowel met als zonder vitamine D).

De meeste studies lieten geen relatie zien van de calciuminname uit de voeding met het fractuurrisico. Van de 22 studies werd er bij 14 geen verband gezien met de algehele kans op botbreuken. Wanneer gekeken werd naar het fractuurrisico van specifiek de heup, wervelkolom en onderarm werd eveneens geen significante afname gezien onder invloed van de calciuminname. Ook werd er geen significant verband gezien met de consumptie van melk en melkproducten.

Uit 26 gerandomiseerde studies bleek dat het gebruik van calciumsupplementen leidde tot een significant afname van het totale fractuurrisico met 11%. De kans op een fractuur van de wervelkolom nam met 14% significant af. Suppletie leidde echter niet tot een significant lager risico van heupfracturen. Overigens maakte het niet uit of gesuppleerd werd met alleen calcium of met de combinatie van calcium met vitamine D. Wel werd er een duidelijke afname van het fractuurrisico gezien bij fragiele, oudere vrouwen die verbleven in een verzorgingshuis. Deze vrouwen hadden een lage inname van  calcium en hadden tevens een vitamine D-tekort.

De inname van calcium uit de voeding blijkt niet van invloed op het risico van botbreuken. Wel leidt het gebruik van calciumsupplementen, al dan niet met vitamine D, tot een lager risico van fracturen.