Lage vitamine K-inname bij inflammatoire darmziekten

Personen met de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa hebben een verhoogd risico op osteoporose. De huidige studie toont dat personen met deze aandoeningen te weinig vitamine K binnenkrijgen. Vitamine K is naast vitamine D en calcium van belang voor de botgezondheid. 

Aan het Italiaanse onderzoek namen 89 personen met de ziekte van Crohn en 104 personen met colitis ulcerosa deel. Tevens was een controlegroep van bijna tweehonderd gezonde proefpersonen. Bij de deelnemers werd een voedingsvragenlijst afgenomen. Op basis hiervan werd de inname van micronutriënten geschat.

De vitamine K-inname was bij personen met Crohn of colitis ulcerosa lager dan de ADH en bedroeg gemiddeld 117 mcg per dag (79% van de ADH). Bij controlepersonen was de vitamine K-inname met gemiddeld 203 mcg daarentegen hoger dan de ADH (139% van de ADH). Ongeveer 40% van de deelnemers met Crohn kreeg onvoldoende vitamine K binnen via de voeding. Bij personen met colitis ulcerosa was dit het geval bij 49%. Vooral vrouwen en personen met een opvlamming van de ziekte hadden een verhoogd risico op een inadequate inname. Daarnaast was de vitamine D-inname via de voeding onvoldoende. Dit gold voor zowel personen met een darmziekte als voor gezonde deelnemers (respectievelijk 54% en 64% van de ADH).

Personen met inflammatoire darmziekten vermijden vaak voedsel dat van nature rijk is aan vitamine K en D, zoals zuivelproducten en groenten, uit angst voor verergering van hun symptomen. Hoewel vitamine D doorgaans gesuppleerd wordt, is dit niet het geval bij vitamine K en kan een tekort hieraan de botgezondheid bedreigen.