Luteïne bij oogaandoening

Suppletie met luteïne kan bij patiënten met choroïderemie bepaalde eigenschappen van het netvlies verbeteren. Dit staat te lezen in het tijdschrift Experimental Eye Research. Choroïderemie is een erfelijke en ongeneeslijke aandoening aan het vaatvlies van het oog, welke tussen het netvlies en de buitenste omhulling van het oog ligt. Onderzoekers van de University of Pennsylvania in Philadelphia keken hoe het pigment in de gele vlek en het zicht van de patiënten reageerde op suppletie met luteïne. Luteïne behoort tot de carotenoïden, waaraan antioxidatieve eigenschappen worden toegeschreven. Allereerst vergeleken zij een aantal oogmetingen van een groep choroïderemiepatiënten van 15 tot 65 jaar met die van een aantal gezonde, mannelijke controlepersonen. De oogmetingen betroffen het functioneren van de staafjes en kegeltjes in het netvlies, de structuur van het netvlies en de dichtheid van het pigment in de gele vlek. Vervolgens slikte een deel van de patiënten zes maanden lang 20 mg luteïne per dag, waarna de oogmetingen herhaald werden. Naarmate de oogpatiënten ouder werden, gingen zij minder goed zien en werd het centrale netvlies dunner. De patiënten en controlepersonen hadden allen een even grote hoeveelheid pigment in de gele vlek. Door suppletie met luteïne kregen de oogpatiënten meer pigment in de gele vlek. Helaas gingen de patiënten door luteïne niet beter zien. Het is echter mogelijk dat dit op de lange termijn wel het geval is. Dit zou onderzocht moeten worden in een langduriger studie.