Maagzuurremmer vaak onnodig

Maagzuurremmers zijn bij maagklachten vaak niet nodig en kunnen bovendien leiden tot bijwerkingen. Dit concludeert het Zorginstituut Nederland op basis van een onderzoek uitgevoerd in samenwerking met zorgverleners, patiëntenorganisaties en zorgverzekeraars. Jaarlijks komen zo’n 800.000 personen bij hun huisarts met maagklachten. Veelal zijn deze onschuldig en kunnen leefstijladviezen de klachten verhelpen. Als dit niet werkt, kan de huisarts medicatie voorschrijven. In eerste instantie een milde maagzuurremmer, maar veelal wordt direct gestart met een protonpompremmer, de sterkste variant. In 2018 gebruikten 2,8 miljoen Nederlanders een dergelijk medicijn. Bovendien gebruiken veel patiënten het middel chronisch. Dit kan leiden tot bijwerkingen zoals een verhoogd risico op botbreuken, chronische nierschade en voedingstekorten (magnesium en vitamine B12). Verouderde behandelrichtlijnen, het niet volgen van richtlijnen en het ontbreken van goede patiënteninformatie zijn volgens het Zorginstituut de voornaamste oorzaken voor het veelvuldig voorschrijven van protonpompremmers. Daarnaast is sprake van overdiagnostiek van maagklachten. Bij personen jonger dan vijftig jaar zonder ernstige klachten is een maagonderzoek (gastroscopie) veelal onnodig. Desondanks wordt een dergelijk onderzoek vaak door huisartsen aangevraagd. De komende jaren moeten nieuwe afspraken van het Zorginstituut met betrokken partijen leiden tot betere richtlijnen, een betere samenwerking tussen artsen en apothekers en betere patiënteninformatie.