Metabool syndroom: vitamine E en prebiotica

Tijdens het 12e jaarcongres van de Federation of European Nutrition Societies (FENS) werd het belang van vitamine E en prebiotica bij het metabool syndroom onder de aandacht gebracht.

Het metabool syndroom wordt gekenmerkt door obesitas, diabetes, ontstekingen, niet-alcoholische leververvetting, verhoogde bloeddruk en erectiele dysfunctie. Bijna de helft van de volwassen bevolking van Westerse landen kampt inmiddels met de aandoening.

Een presentatie door wetenschappers van DSM liet zien dat niet-alcoholische leververvetting kan herstellen door het volgen van een caloriebeperkt dieet en de inname van vitamine E als antioxidant te verhogen. Recent werd aangetoond dat de biologische beschikbaarheid van deze vitamine minder is bij personen met obesitas. Bovendien wordt vaak de vetinname beperkt wanneer personen willen afvallen. Hiermee wordt echter ook de inname van de vitamine beperkt. De DSMers pleiten voor specifieke aanbevelingen van deze vitamine voor personen met het metabool syndroom.

Een wetenschapper van de Universiteit van Leuven (België) bracht op het congres het effect van prebiotische vezels zoals inuline onder de aandacht. Onder invloed van prebiotica vinden er positieve veranderingen plaats van de darmflora. Dit leidt tot een toename van specifieke peptiden die betrokken zijn bij het hongergevoel, het glucosemetabolisme, de barrièrefunctie van de darm en het energiemetabolisme. Van de vezels inuline en oligofructose zijn reeds positieve effecten aangetoond bij het metabool syndroom.