NAC en vitamine E effectief bij mitochondriale ziekten?

Onder redactie van Dr. Gert Schuitemaker Gert Schuitemaker

Onder redactie van Dr. Gert Schuitemaker

2 min

Per 48 uur kun je als gast 2 artikelen gratis lezen; dit is gratis artikel 1 van 2.

Neem een digitaal abonnement  of Inloggen als abonnee
De antioxidanten N-acetylcysteïne (NAC) en vitamine E zijn mogelijk zinvol bij personen met een mitochondriale aandoening. In experimenten met de zebravis, de rondworm (C. elegans) en humane fibroblasten (huidcellen) werd het effect van zeven verschillende antioxidanten getest bij dysfunctie van de mitochondriën. Het betrof NAC, vitamine E, vitamine C, coënzym Q10, coënzym Q10 specifiek gericht op de mitochondriën (MS010), alfaliponzuur en orootzuur. In zowel de humane cellen als de proefdieren was sprake van een verstoorde functie van de mitochondriale ademhalingsketen (oxidatieve fosforylering). Dit proces speelt zich af in de mitochondriën en is verantwoordelijk voor de productie van energie in de vorm van ATP. Zowel NAC als vitamine E konden de levensduur van de wormen significant verlengen tot een normale levensverwachting werd bereikt. Het gunstige effect van beide antioxidanten werd bevestigd in het experiment met de zebravis en de fibroblasten. De andere antioxidanten lieten bij de rondworm eveneens gunstige effecten zien, maar waren niet in staat de levensduur van de worm te verlengen. Oxidatieve stress speelt een grote rol bij mitochondriale aandoeningen. Suppletie met antioxidanten gaat oxidatieve stress tegen en kan daarmee mogelijk de progressie vertragen. Humane studies zijn nodig om het effect van NAC en vitamine E bij deze ziekten verder te onderzoeken.

Schrijf u nu in voor onze nieuwsbrief en blijft op de hoogte van het laatste orthomoleculaire nieuws.

Gerelateerde artikelen