Nicotinamide en vitamine E werkzaam bij beginnende suikerziekte

Wanneer de diagnose insulineafhankelijke suikerziekte net is gesteld, kunnen de nog functionerende bètacellen van de pancreas beschermd worden door een goede instelling met insuline en suppletie met nicotinamide. Vraagstelling in dit onderzoek was of een vergelijkbaar effect ook met vitamine E bereikt kan worden. Vierentachtig suikerpatiënten tussen 5 en 35 jaar namen aan de studie deel. De helft kreeg gedurende een jaar dagelijks 15 mg vitamine E per kilogram lichaamsgewicht. De andere helft kreeg dagelijks nicotinamide in een dosering van 25 mg per kilo lichaamsgewicht. Alle patiënten kregen 3 tot 4 keer per dag een insuline-injectie. Elke drie maanden werd de basale en gestimuleerde (1 mg glucagon i.v.) C-peptidesecretie gemeten, evenals geglycosyleerd hemoglobine en de insulinebehoefte. Er waren geen significante verschillen in de uitkomsten tussen de groepen behandeld met nicotinamide of vitamine E. Alleen patiënten onder de 15 jaar, behandeld met vitamine E, hadden een jaar na de diagnose van suikerziekte significant meer insuline nodig dan de kinderen uit dezelfde leeftijdsgroep die nicotinamide hadden gekregen. De resultaten wijzen erop dat vitamine E evenals nicotinamide in staat is de resterende nog functionerende bètacellen te beschermen nadat suikerziekte is ontdekt. Gezien een verschillend werkingsmechanisme van beide stoffen is het mogelijk nog beter zowel met vitamine E als met nicotinamide te suppleren.