Schommelend lichaamsgewicht beperkend voor levensduur

Een schommelend lichaamsgewicht door herhaaldelijk afvallen en aankomen, gaat samen met een significante toename van de sterfte aan alle doodsoorzaken, inclusief hart- en vaatziekten, kanker uitgezonderd. Zo luidt de conclusie van een langlopend onderzoek onder ex-studenten van de Harvard University, Verenigde Staten, die respectievelijk in 1962, 1966 en 1977 onderzocht werden op lichaamsgewicht, lengte, rookgedrag en lichaamsbeweging. In de groep met een gemiddelde leeftijd van 58 jaar, waren 1441 overleden, waarvan 345 aan hart- en vaatziekten en 459 aan kanker. De laagste sterfte voor alle doodsoorzaken onder ex-studenten werd gevonden bij personen met het meest stabiele lichaamsgewicht. Het relatieve overlijdensrisico samenhangend met meer dan 5 kilo afvallen, tussen 1 en 5 kilo afvallen, aankomen tussen 1 en 5 kilo en meer dan 5 kilo aankomen, bedroegen respectievelijk 1,57, 1,26, 1,06 en 1,36. Gewichts­schommelingen hadden geen voorspellende waarde voor de sterfte aan kanker. De verkregen gegevens betekenen overigens niet, dat zwaarlijvige personen hun (te) hoge lichaamsgewicht zouden moeten handhaven. Integendeel, de ex-studenten in het hoogste quintiel van het lichaamsgewicht bleken een significant verhoogd risico te hebben om te overlijden aan alle doodsoorzaken, inclusief hart- en vaatziekten, indien vergeleken met hun tegenhangers in het laagste quintiel voor lichaamsgewicht.