Vetrichtlijn op de schop?

Een groep van achttien wetenschappers concludeert dat de huidige WHO-richtlijn voor gebruik van verzadigd vet aangepast dient te worden. Deze richtlijn adviseert dat maximaal tien procent van de totale dagelijkse energie-inname uit verzadigd vet moet bestaan. De wetenschappers publiceerden hun analyse in de British Medical Journal. Aan de publicatie werkten ook drie Nederlandse hoogleraren, te weten Lisette de Groot en Frans Kok van de Wageningen University and Research en Sabita Soedamah van de Tilburg University. De onderzoekers hebben diverse bezwaren tegen de huidige aanbevelingen van de WHO die vooral gebaseerd werden op een meta-analyse van 84 gerandomiseerde klinische studies. Allereerst stellen de wetenschappers dat er vooral gekeken is naar het effect van verzadigd vet op het LDL-cholesterolgehalte, maar hiermee is er nog geen bewijs dat een verlaging van de inname van verzadigde vetzuren de kans op cardiovasculaire aandoeningen verkleint. Bovendien werden de verschillende verzadigde vetzuren over één kam geschoren, maar heeft niet ieder vetzuur een even nadelig effect op de gezondheid. Het is daarbij van belang om genuanceerder naar de voedingsbron te kijken. Levensmiddelen met verzadigd vet, zoals eieren, pure chocolade, vlees en kaas, zijn rijk aan andere nutriënten die kunnen bijdragen aan een goede gezondheid. Een lage inname van deze nutriëntrijke producten is daarom niet gerechtvaardigd. Tenslotte zijn er studies waarin aangetoond werd dat verzadigd vet juist een gunstig effect heeft op het cardiovasculair risico. De auteurs roepen de WHO dan ook dringend op om hun huidige richtlijn te herzien.