Voldoende selenium, minder risico colorectale kanker

De dagelijkse inname van selenium is in Noordwest-Europa laag. Hoofdoorzaak is de geringe aanwezigheid van het essentieel spoorelement in de grond, waardoor de producten afkomstig van land- en tuinbouw alsmede van veeteelt eveneens weinig selenium bevatten. Een verhoogde seleniumconcentratie in het bloed lijkt omgekeerd evenredig verbonden met het risico van dikke darmkanker.
Onderzoekster dr. Elizabeth Jacobs van het Arizona Cancer Center verzamelde gegevens van drie gerandomiseerde studies naar dikke darm en endeldarmkanker, namelijk de Wheat Bran Fiber Trial, de Polyp Prevention Trial en de Polyp Prevention Study. De onderzoeken betroffen in totaal 1763 personen. Al deze deelnemers hadden recent een adenoom laten verwijderen.
Uit de gegevens kon het effect van selenium op de ontwikkeling van nieuwe op kanker verdachte poliepen worden bepaald. De deelnemers aan de studies met de hoogste seleniumconcentraties in het bloed hadden 34% lager risico op het ontwikkelen van een nieuwe tumor in de dikke darm vergeleken met deelnemers met de laagste seleniumconcentraties.
Jacobs concludeert vooralsnog dat een verhoogde inname van selenium van nut kan zijn voor personen met lage concentraties selenium in het bloed. De positieve effecten zijn onduidelijk voor personen die reeds adequate seleniumniveaus hebben.
Tot de veronderstelde mechanismen die selenium tot een kankerpreventicum maken, behoren veranderingen in de stofwisseling van meervoudig onverzadigde vetzuren in vlees, zoals arachidonzuur en het activeren van genen die kanker helpen voorkomen.
In een nieuwe studie zullen de veelbelovende kankerpreventieve effecten van selenium ten aanzien van dikkedarmkanker onderzocht worden.