Voorkomen carnosine en zink neurodegeneratie?

Onder redactie van Dr. Gert Schuitemaker Gert Schuitemaker

Onder redactie van Dr. Gert Schuitemaker

2 min

Per 48 uur kun je als gast 2 artikelen gratis lezen; dit is gratis artikel 1 van 2.

Neem een digitaal abonnement  of Inloggen als abonnee
Een combinatie van zink en carnosine biedt mogelijk bescherming tegen neurodegeneratieve aandoeningen. Dit is een hypothese van Japanse wetenschappers na verkennend onderzoek naar beide voedingsstoffen. Zink is aanwezig in het brein en wordt vooral gevonden in de sympatische vesikels (blaasjes). Synaptisch zink komt vrij na neuronale excitatie en speelt een rol bij het leervermogen en het geheugen. Een verstoring van het zinkmetabolisme in het brein is reeds in verband gebracht met de ziekte van Alzheimer, vasculaire dementie en prionaandoeningen zoals de ziekte van Creutzfeldt-Jakob. Diverse studies hebben een beschermend effect van carnosine aangetoond bij deze aandoeningen. Carnosine is een aminozuur dat eveneens in het brein wordt aangetroffen en gunstige effecten heeft. Zo heeft het een antioxidatieve werking, is het een metaalchelator, gaat het crosslinking van eiwitten en glycatie van suikermoleculen tegen. Een combinatie van zink en carnosine wordt reeds toegepast bij de behandeling van maagzweren. In Japan is het complex dat 23% zink en 77% carnosine bevat geregistreerd als geneesmiddel onder de naam polaprezinc. De wetenschappers suggereren dat een combinatie van zink en carnosine effectief kan zijn als neuroprotector. Nader onderzoek naar het moleculaire mechanisme van zink en carnosine bij preventie van neurotoxiciteit is noodzakelijk om dit te kunnen aantonen.

Schrijf u nu in voor onze nieuwsbrief en blijft op de hoogte van het laatste orthomoleculaire nieuws.

Gerelateerde artikelen