Per 48 uur kun je als gast 5 artikelen gratis lezen; dit is gratis artikel 1 van 5.
Neem een digitaal abonnement of
Inloggen als abonnee
De consumptie van zogenaamde A2 melk stimuleert de productie van de
antioxidant glutathion, terwijl gewone melk - dat het
eiwit A1 bevat - dit niet doet.
Het eiwit
caseïne in
koemelk bestaat voornamelijk uit bètacaseïne. Van dit laatste type caseïne bestaan verschillende genvarianten waarvan type A1 en A2 de meest voorkomende zijn. Ongeveer 75% van de koeien produceert melk met hoofdzakelijk type A1. Bepaalde koeien (Guernsey en Jersey), geiten en schapen produceren melk met type A2 bètacaseïne.
In de
studie werden 45 proefpersonen in groepen verdeeld. Ze consumeerden tweemaal per dag een beker melk met type A1 en A2 bètacaseïne en op een andere dag eenzelfde hoeveelheid melk met type A2 bètacaseïne. Na beide interventies werd in het
bloedplasma de glutathionconcentratie bepaald. Tevens werd de concentratie van de
peptide beta-casomorfine-7 (BCM-7) gemeten. BCM-7 komt vrij bij de afbraak van type A1 bètacaseïne en wordt ervan verdacht de glutathionspiegel te verlagen.
Na consumptie van A2-melk was de concentratie van glutathion in het bloedplasma
significant hoger dan na consumptie van A1/A2melk (4 nmol/ml versus 2 nmol/ml). Er werd geen verschil gezien in de concentratie van BCM-7 na consumptie van beide melksoorten.
De inname van A2-melk stimuleert de productie van de antioxidant glutathion. Type A1 melk heeft mogelijk een ongunstig effect op de glutathionspiegel en wordt in verband gebracht met diverse aandoeningen waaronder
atherosclerose, koemelkallergie,
autisme,
schizofrenie en de
ziekte van Crohn.