Alzheimer: B12-spiegel en cholinesteraseremmers

Alzheimerpatiënten met een suboptimale vitamine B12-spiegel bij aanvang van een behandeling met cholinesteraseremmers hebben een sterkere achteruitgang van hun geheugenfunctie in vergelijking met patiënten met een optimale vitamine B12-status. Tot de cholinesteraseremmers  behoren rivastigmine en galantamine. Aan de Taiwanese studie namen 165 proefpersonen deel met een milde tot matige vorm van de ziekte van Alzheimer. Ze werden geïncludeerd in de periode van 2009 tot 2016 en werden gedurende minimaal twee jaar behandeld met cholinesteraseremmers, een medicijn dat bij een beperkte groep Alzheimerpatiënten een verslechtering van het functioneren tegengaat. Voor aanvang van de behandeling werd de vitamine B12-status in het bloedserum gemeten. De cognitie werd getest middels de Mini Mental State Examination (MMSE) en de Cognitive Abilities Screening Instrument (CASI). Bij deelnemers met een optimale vitamine B12-spiegel (>436 ng/l) nam de score van de MMSE-test en CASI-test jaarlijks af met respectievelijk 0,78 en 2,84 punten. Bij personen met een vitamine B12-tekort was dit respectievelijk 1,42 en 4,94 punten per jaar. De achteruitgang van de cognitie was significant minder sterk bij personen met een optimale vitamine B12-status ten opzichte van Alzheimerpatiënten met een vitamine B12-tekort. Dit was ook het geval na correctie voor beïnvloedende factoren zoals de leeftijd, het opleidingsniveau en aandoeningen zoals diabetes en een herseninfarct. Bij Alzheimerpatiënten die behandeld worden met cholinesteraseremmers is de cognitieve achteruitgang minder sterk bij een optimale vitamine B12-status.