Bètacaroteen-tekort bij cervixaandoeningen

Van een groep van 105 vrouwen werden de baarmoederhalscellen onderzocht op morfologische kenmerken. Tevens werden de concentraties bètacaroteen gemeten in het plasma en in de cellen van de baarmoederhals. Vervolgens werd bij 24 vrouwen, die dagelijks 30 milligram bètacaroteen innamen, het bètacaroteengehalte in de baarmoederhalscellen gemeten. Vrouwen met intra-epithele neoplasie van de baarmoederhals of met baarmoederhalskanker hadden significant verlaagde concentraties bètacaroteen in de cellen van de baarmoederhals en in het plasma, vergeleken met volkomen gezonde vrouwen. Bij dezelfde vrouwen was in de cellen van de baarmoederhals geen retinol aantoonbaar. Bij 79 procent van de patiënten waren de concentraties van bètacaroteen opmerkelijk verlaagd na orale toediening van bètacaroteen, indien de waarden werden vergeleken met de basisniveaus van de vrouwen die aan de bètacaroteen interventiestudies deelnamen. In dit onderzoek werd aangetoond dat metingen van de bètacaroteenconcentraties in de door spoelen met een zoutoplossing verkregen cellen goed uitvoerbaar is. De gevonden afwijkingen in de concentraties bètacaroteen ondersteunen de hypothese dat tekorten aan bètacaroteen een rol spelen bij het ontstaan van intra-epithele neoplasie en bij kanker aan de baarmoederhals.