Borium en overlevingskans niertransplantatie

Een adequate boriumstatus is geassocieerd met een toegenomen overlevingskans na een niertransplantatie. Borium speelt een rol bij het op peil houden van de calcium- en magnesiumspiegel en draagt bij aan de opbouw van de botmassa.

Aan het onderzoek namen 673 patiënten deel die een niertransplantatie ondergingen. Het betrof mannen en vrouwen met een gemiddelde leeftijd van 53 jaar. Met behulp van een voedingsvragenlijst werd de inname van borium geschat. Tevens werd in 24-uurs urine de uitscheiding van borium gemeten als maat voor de boriumstatus.

De consumptie van fruit, wijn en noten was gerelateerd aan een hogere boriumuitscheiding via de urine. Een hoge boriumuitscheiding was gerelateerd aan een lagere homocysteïnespiegel en lagere concentraties van ontstekingsstoffen. In de groep met een adequate boriumspiegel overleden 30 personen (13%) na de niertransplantatie. Dit waren significant minder personen dan in de groep met een lage boriumstatus (73 overleden personen, 32%). Een hoge boriumexcretie was geassocieerd met een significant lagere overlijdenskans met 49%. Hierbij was gecorrigeerd voor de leeftijd, geslacht, de nierfunctie (eGFR) en eerder doorgemaakte hart- of vaataandoeningen.  

De boriumstatus blijkt een nog onbekende factor te zijn bij de overlevingskans na een niertransplantatie.