Borstkanker en omega 3/omega 6 vetzuurratio in borst en bilweefsel

Onder redactie van Dr. Gert Schuitemaker Gert Schuitemaker

Onder redactie van Dr. Gert Schuitemaker

3 min

Per 48 uur kun je als gast 2 artikelen gratis lezen; dit is gratis artikel 1 van 2.

Neem een digitaal abonnement  of Inloggen als abonnee
De incidentie van borstkanker verschilt aanzienlijk in Noord-Amerika en Europa in vergelijking met Japan. Vrouwen in Noord-Amerika en Europa consumeren meer vet en hoofdzakelijk omega 6-vetzuren, terwijl het traditionele Japanse dieet vetarm is en hoofdzakelijk omega 3-vetzuren uit vis bevat. Uit experimenten met proefdieren is bekend dat meervoudig onverzadigde vetzuren van de omega 6-familie (uit zonnebloem-, maïs- en saffloerolie) omgezet kunnen worden in verbindingen die betrokken zijn bij de groei van borsttumoren, terwijl meervoudig onverzadigde vetzuren van de omega 3-familie (uit visolie) de tumorgroei juist kan remmen. Echter de beïnvloeding van de verhoudingen van deze vetzuren in borstvetweefsel en andere vetweefsels via de voeding is niet eerder onderzocht, hoewel hypothetisch het risico op borstkanker beïnvloed zou worden door juist de balans tussen deze meervoudig onverzadigde vetzuren in de voeding. Het doel van de hier besproken studie was te onderzoeken wat voor invloed bij vrouwen met borstkanker een dieet, arm aan vet en rijk aan omega 3-vetzuren, heeft op de verhouding tussen omega 3- en omega 6-vetzuren in vetweefsel van borsten en billen. Gedurende 3 maanden kregen 25 vrouwen met ernstige borstkanker, in de leeftijd van 29-62 jaar, een vetarm dieet voorgeschreven en een visoliesupplement, overeenkomend met 3 gram omega 3-vetzuren per dag. Daarbij kregen zij 800 IE vitame E per dag. Na de interventieperiode steeg de verhouding tussen omega 3- en omegea-6-vetzuren significant in plasma en borstvetweefsel. In het plasma trad naast een daling van omega 6-vetzuren een drievoudige stijging op van omega 3-vetzuren en de omega 3:omega 6-vetzuurratio steeg viervoudig. In het bilvet steeg welliswaar de hoeveelheid omega 3-vetzuren, maar de omega 3:omega 6- vetzuurverhouding bleef onveranderd. De samenstelling van het borstvetweefsel veranderde sneller dan in het gluteale vet (bilvet). Bilvet blijkt geen goede parameter te zijn voor bestudering van de invloed van het dieet op borstvetweefsel en borstkanker, zoals wel gebruikelijk is. Voorts leggen de auteurs de nadruk op de hypothese dat de verhouding tussen omega 3- en omega 6-vetzuren relevant is voor het borstkankerprobleem en niet de absolute hoeveelheid van elk van beide vetzuurfamilies.

Schrijf u nu in voor onze nieuwsbrief en blijft op de hoogte van het laatste orthomoleculaire nieuws.

Gerelateerde artikelen