Carotenoïden beschermden tegen staar

In geval van hoge bloedwaarden van bepaalde carotenoïden was het risico van staar kleiner. Dr. Catharine Gael uit Southampton onderzocht 372 mannen en vrouwen van 66 tot 75 jaar. Er werd gekeken of deze mensen symptomen hadden van staar. Ook werd de concentratie gemeten van stoffen die behoren tot de carotenoïden zoals alfacaroteen, bètacaroteen, lycopeen, luteïne, zeaxanthine en bètacryptoxanthine, alsook van vitamine C en vitamine E. Gevonden werd dat een bloedconcentratie alfacaroteen hoger dan gemiddeld 0,12 micromol per liter de helft minder risico gaf van staar dan een bloedwaarde lager dan 0,07 micromol per liter. Voor bètacaroteen gold dat een waarde boven 0,38 millimol per liter een vermindering van het risico met 30% had in vergelijking met een bloedconcentratie onder de 0,23 millimol per liter. Lycopeen en luteïne gaven ook een positieve associatie met bepaalde vormen van staar. Inname van vitamine C, vitamine E, zeaxanthine en bètacryptoxanthine lieten geen beschermende werking zien. Geconcludeerd werd dat de ontwikkeling van staar mogelijk voorkomen kan worden door het consumeren van voldoende carotenoïden. Meer gecontroleerde interventiestudies zijn nodig om bovenstaande bevindingen te onderbouwen.