Darmbacteriën essentieel voor leverregeneratie

De darmmicrobiota is essentieel voor de biosynthese van fosfolipiden in membranen van levercellen en is zodoende betrokken bij de regeneratie van leverweefsel.

In het experiment werd bij muizen de lever voor 70% weggehaald (hepatectomie). Een deel van de muizen kreeg vervolgens gedurende drie dagen antibiotica, andere muizen hadden geen darmflora en de laatste groep muizen had beperkte darmmicroben.

De antibioticabehandeling ging gepaard met een dysbiose van de darmflora met een forse afname van de diversiteit van de darmflora, een toename van Proteobacteriën en een afname van de productie van korteketenvetzuren. Na de hepatectomie werd bij de met antibiotica behandelde muizen een verminderde synthese van fosfolipiden in de lever gezien, een verminderde proliferatie van levercellen (hepatocyten) en een verminderde regeneratie van de lever. Dit ging gepaard met een toegenomen mortaliteit. Bij muizen zonder darmflora (kiemvrije muizen) werden vergelijkbare resultaten gezien. Bij muizen met darmbacteriën die in staat waren korteketenvetzuren te produceren, werd echter wel regeneratie van de lever gezien. Dit effect werd bewerkstelligd door een toegenomen expressie van het enzym SCD1 en de groei van hepatocyten in de lever.

Via de darm-lever-as zijn darmbacteriën van invloed op het fosfolipidenmetabolisme van de lever en daarmee op de regeneratie van dit orgaan. De resultaten moeten weliswaar bevestigd worden in humane studies, maar kunnen van belang zijn voor personen die een leveroperatie ondergaan.