DHA-suppletie bij Alzheimer

Suppletie met het omega 3-visvetzuur docosahexaeenzuur (DHA) kan mogelijk bij personen met het APOE4-allel het begin en de progressie van Alzheimer vertragen. Zo’n 14 procent van de bevolking is drager van het apolipoproteïne E 4-allel (APOE4-allel) en heeft daarmee een verhoogde kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer. Nu blijkt dat bij personen met het APOE4-allel sprake is van een verstoord metabolisme van DHA in het brein, waardoor de concentratie van dit vetzuur in de hersenen verlaagd is. In dierstudies is een verlaagde DHA-concentratie in het brein reeds in verband gebracht met cognitieve achteruitgang en gedragsproblemen, zoals angsten en een slechter ruimtelijk geheugen. Uit een muizenexperiment blijkt dat muizen met het APOE4-allel die voeding deficiënt aan omega 3-visvetzuren kregen significant lagere concentraties van de vetzuren hadden in organen en weefsels in vergelijking met muizen met andere APOE-allelen. Een adequate inname van de omega 3-visvetzuren leidde tot herstel van de DHA-concentratie in het brein van dieren met het APOE4-allel. Bij dragers van het APOE4-allel kan suppletie met DHA mogelijk het begin en de progressie van Alzheimer vertragen. Dit moet echter nog in humane studies worden bevestigd.