Foliumzuurverrijking noodzakelijk in Europa

In Europa is het aantal gevallen van neuralebuisdefecten zoals spina bifida (open ruggetje) en anencefalie (aanlegstoornis van de hersenen) hoog ten opzichte van landen waar foliumzuurverrijking wordt toegepast. Dit is de conclusie van een studie uitgevoerd door Europese en Amerikaanse wetenschappers.

Er werden geboortegegevens gebruikt van de European Surveillance of Congenital Anomalies (EUROCAT) database. Hierin staan gegevens van meer dan negen miljoen geboortes. In deze database waren 7478 gevallen van neuralebuisdefecten met een prevalentie van 8.16 per 10.000 geboortes. Voor Nederland bedroeg de prevalentie zelfs 11,38 gevallen per 10.000 geboortes. In vergelijking met landen zoals de Verenigde Staten en Canada waar foliumzuur reeds wordt toegevoegd aan meel, ligt de prevalentie van neurale buisdefecten in Europa 1,6 keer zo hoog.

Van de 241 kinderen met spina bifida die in 2009 levend geboren werden in Duitsland waren de gezondheidszorgkosten 65,5 miljoen Euro hoger in vergelijking met gezonde kinderen. Als alle vrouwen in Duitsland in datzelfde jaar foliumzuur zouden hebben gebruikt, konden er 293 gevallen van spina bifida worden voorkomen. Aangenomen dat foliumzuurverrijking de prevalentie met 40% tot 50% kon verminderen, zou dit een kostenbesparing van 26,1 tot 32,9 miljoen Euro opleveren.

Vrijwillige foliumzuursuppletie blijkt onvoldoende om het aantal gevallen van neuralebuisdefecten terug te dringen. Foliumzuurverrijking zou echter veel leed en kosten kunnen besparen, aldus de onderzoekers.