Per 48 uur kun je als gast 2 artikelen gratis lezen; dit is gratis artikel 1 van 2.
Neem een digitaal abonnement of
Inloggen als abonnee
Dat het effect van het vervangen van
verzadigd vet door
omega 6-
vetzuren (
linolzuur) het risico van
hart en vaatziekten (HVZ) verlaagt, is onbewezen. Dit blijkt uit een
meta-analyse van de Australische wetenschapper Steven Hamley.
Hamley selecteerde klinische studies uit eerdere meta-analyses die gebruikt zijn voor het opstellen van voedingsrichtlijnen. Hij vond in deze studies veel storende factoren (confounders) die de betrouwbaarheid van de meta-analyses in twijfel deed trekken. Op basis van de mate van confounding beoordeelde hij de onderzoeken als 'adequaat gecontroleerd' of 'inadequaat gecontroleerd'. Confounders, factoren die een juiste meting van de invloed van de verzadigde vetzuren versus de omega-6 vetzuren in de weg stonden, waren bijvoorbeeld verschillen tussen beide groepen wat betreft de consumptie van
transvetzuren, adviezen ten aanzien van consumptie van
suiker, plantaardig voedsel en vis, alsook het gebruik van cardiotoxische medicijnen. In één
studie had de verzadigdevetgroep zelfs een
vitamine E-arme voeding gekregen.
Wanneer alleen de ‘adequaat gecontroleerde’ studies werden geselecteerd, werden er geen significante effecten gevonden wat betreft risico van
hart- en vaatziekten en overlijden eraan. Ook werd voor algehele
sterfte geen
significant verschil gevonden. Wanneer ook de ‘inadequaat gecontroleerde’ studies in de analyse werden meegenomen, dan bleek het risico van totale HVZ-incidenten in de verzadigde vetzurengroep significant groter, echter niet van ernstige HVZ-incidenten en sterfte als gevolg van HVZ en totale sterfte.
Bij analyse van alleen de adequaat gecontroleerde onderzoeken kan geconcludeerd worden dat het onwaarschijnlijk is dat vervanging van verzadigde vetzuren door omega 6-vetzuren HVZ-incidenten, HVZ-sterfte of totale sterfte doet verminderen.