Groente en fruit tegen non-Hodgkin-lymfoom

Het eten van meer groente en fruit verlaagt mogelijk het risico een non-Hodgkin-lymfoom te ontwikkelen. Dat blijkt uit de resultaten van de Amerikaanse Iowa Women's Health Study.
Voor het onderzoek werd met behulp van een vragenlijst het voedingspatroon van 35.159 vrouwen tussen 55 en 69 jaar geëvalueerd. Daarna werden de vrouwen gedurende 19 jaar gevolgd op de ontwikkeling van non-Hodgkin-lymfoom.
Er werden 415 gevallen van non-Hodgkin-lymfoom vastgesteld, waarvan 184 diffuus grootcellig B-cel-lymfoom (DLBCL) en 90 folliculair lymfoom. Daarbij bleek dat de 25% vrouwen met de hoogste totale inname van groente en fruit een 31% kleiner risico van non-Hodgkin-lymfoom hadden dan de 25% met de laagste inname van deze producten. Op dezelfde wijze betekenden de hogere innamen van geel-oranje gekleurde groente- en fruitsoorten, kruisbloemige groenten (o.a. broccoli, bloemkool, kolen, spruitjes, koolrabi, boerenkool, radijs, raap en waterkers), broccoli en appelsap een respectievelijk 28%, 18%, 28%, en 35% verlaagd risico. Dit was na correctie van de gegevens voor leeftijd en de totale energie-inname. De verbanden golden het sterkst voor het risico van folliculair lymfoom.
Wat de innamen van de afzonderlijke voedingsstoffen in de voeding betreft, bleken vitamine C, alfacaroteen, de proanthocyanidinen en mangaan het best te beschermen tegen non-Hodgkin-lymfoom.