Hartfalen en depressief. Omega-3?

Suppletie van personen met hartfalen met EPA en DHA verbetert het sociaal functioneren, maar vermindert depressieve klachten niet significant. Ongeveer twintig procent van de patiënten met hartfalen kampt met een depressie. Aan de studie namen 108 personen met hartfalen en een depressie deel. Ze werden willekeurig in drie groepen verdeeld. Ze kregen gedurende twaalf weken dagelijks een placebo (twee gram maïsolie), twee gram visolie met 400 mg EPA en 200 mg DHA of een visoliecapsule met twee gram EPA. In beide omega 3-groepen was sprake van een significante toename van de omega 3-visvetzuurconcentraties in de rode bloedcellen. Dit was niet het geval in de placebogroep. Tussen de groepen werd geen significant verschil gezien voor wat betreft depressieve klachten. Suppletie met beide visvetzuren leidde echter tot een significante verbetering van het sociaal functioneren. Suppletie met EPA alleen gaf eenzelfde resultaat, maar het effect was niet significant ten opzichte van de placebogroep. De omega 3-visvetzuren EPA en DHA lijken een gunstig effect te hebben op het sociaal functioneren van personen met hartfalen én een depressie.