Kankerpreventie door ginseng

De regelmatige consumptie van ginsengwortel over een langere periode verlaagt het algemeen risico op kanker. In een cohortstudie uitgevoerd onder 4634 Koreaanse mannen en vrouwen van 40 jaar en ouder, werden gedetailleerde gegevens verzameld omtrent de consumptie van ginseng. Daarnaast werden de deelnemers ondervraagd aangaande beroep, rook- en drinkgewoonten en ziekten. Ginsengtypen worden onderverdeeld in verse ginseng, witte ginseng en rode ginseng. Verse ginseng is jonger dan vier jaar en kan als zodanig worden gegeten, gedronken in thee en verwerkt worden in gerechten, zoals bijvoorbeeld gestoofd met kip. De witte ginseng is vier tot zes jaar oud en wordt gedroogd. In gemalen vorm kan het in thee en soep worden verwerkt. De rode ginseng is van de zes jaar oude wortel welke wordt gestoomd en gedroogd. Na vermalen wordt het toegevoegd in soepen of als dik stroperig extract genuttigd. Over de gehele groep genomen hadden ginsenggebruikers 60 procent minder kans op kanker vergeleken met niet-gebruikers. Voor wat betreft ginsengtype was de risicovermindering voor verse ginseng 59 procent. Gebruikers van diverse typen ginseng toonden een reductie van 56 procent. Onder 24 gebruikers van rode ginseng werd geen enkel geval van kanker geconstateerd. Het risico op kanker nam af naar mate vaker ginseng gegeten werd. Voor maagkanker bedroeg het relatief risico voor ginsenggebruikers 0,33 en voor longkanker 0,30. Uit de eerste resultaten van deze cohortstudie blijkt dat de regelmatige consumptie van ginseng in enigerlei vorm, een niet-orgaanspecifiek beschermend effect heeft ten aanzien van kanker. De onderzoekers merken op, dat een duur van vijf jaar niet lang genoeg is om sterke conclusies te rechtvaardigen. De studie wordt daarom vervolgd.