Laag foliumzuur gerelateerd aan depressie

Uit een onderzoek, representatief voor de gehele Amerikaanse bevolking, bleek dat depressieve personen lagere foliumzuurconcentraties hadden dan niet-depressieve personen. De onderzoekers van Tufts University suggereren om na een depressieve periode foliumzuur als supplement te nemen. Uit eerder klinisch onderzoek was al gebleken dat foliumzuurdeficiëntie gerelateerd was aan depressies. Dr. Martha Morris van Tufts University in Boston wilde dit verband onderzoeken in een epidemiologische studie. Aan het onderzoek deden gezonde proefpersonen mee in de leeftijd tussen 15 en 39 jaar. De proefpersonen werden gerekruteerd via de National Health and Nutrition Examination Survey (NHANES III). Alle deelnemers werden geïnterviewd en de concentraties foliumzuur en homocysteïne werden gemeten. Uit het onderzoek bleek dat 2.526 proefpersonen geen depressie hadden. Echter 301 proefpersonen hadden een zware depressie en 121 proefpersonen leden aan een lichte vorm. In de analyse van de gegevens hielden de onderzoekers rekening met sociodemografische factoren, serumconcentratie vitamine B12, alcoholconsumptie in het jaar voorafgaand aan het onderzoek, gewicht, gebruik van vitamine- en mineralensupplementen, rookgedrag en het gebruik van drugs. Na rekening te hebben gehouden met deze variabelen bleek dat de proefpersonen die een zware depressie hadden een lagere concentratie foliumzuur in het serum en in de rode bloedcellen hadden dan de gezonde proefpersonen. De proefpersonen met de lichte vorm hadden een lagere concentratie foliumzuur in de rode bloedcellen dan de gezonde proefpersonen, maar de serumconcentratie foliumzuur was gelijk in beide groepen. De onderzoekers vonden geen relatie tussen de serumconcentratie homocysteïne en depressies.