Minder depressie met flavonoïden

Een hoge inname van flavonoïden is bij vrouwen geassocieerd met een kleinere kans op een depressie. Voor de studie werden gegevens gebruikt van bijna 83.000 vrouwen die deelnamen aan de Nurses’ Health Study en Nurses’ Health Study II. De vrouwen waren in de leeftijd van 36 tot 80 jaar en hadden bij aanvang van de studie geen depressie. Twee- tot vierjaarlijks werden voedingsvragenlijsten door de vrouwen ingevuld. Aan de hand hiervan werd de inname van verschillende flavonoïden geschat. Er was sprake van een depressie wanneer de diagnose door een arts was vastgesteld of bij gebruik van antidepressiva. Tijdens de tien jaar durende volgperiode was er bij 10.752 vrouwen sprake van een depressie. Vrouwen met een hoge inname van flavonolen, flavonen en flavanonen hadden met respectievelijk 7%, 8% en 10% significant minder kans op een depressie in vergelijking met vrouwen met een lage inname van deze flavonoïden. Vrouwen die dagelijks twee of meer citrusvruchten of sap van deze vruchten consumeerden hadden met 18% significant minder kans op een depressie in vergelijking met vrouwen die maximaal één citrusvrucht per week aten. Analyse van alleen de Nurses’ Health Study liet zien dat het risico van een depressie met 9% tot 12% significant verlaagd was bij een hoge inname van de totale hoeveelheid flavonoïden, polymeren en proanthocyanidinen. Bij vrouwen van 65 jaar en ouder leidde een hoge inname van flavonen en proanthocyanidinen tot een significante risicoreductie van 17%. De resultaten laten een duidelijk verband zien tussen de inname van flavonoïden en het risico van een depressie.