Niet-farmacologische interventies bij hypertensie

In dit onderzoek werden de potentiële gunstige invloed van zoutbeperking, gewichtscontrole, alcoholconsumptie, oefening en kaliumsuppletie op de effecten van behandeling met medicijnen bestudeerd. De auteurs stellen vast dat elke medicinale antihypertensie-therapie moet samengaan met een intensieve niet-farmacologische benadering. Gewichtsreductie, alcoholbeperking en regelmatige oefening moeten onmiddellijke doelstellingen zijn. De auteurs moedigen een grotere inname van vers fruit en groenten aan evenals een reductie van de vetconsumptie, een vermijding van zout en de beperking van voorbewerkte voedingsmiddelen. Een verlaagde zoutinname van ongeveer 80 millimol per dag verlaagt de bloeddruk bij patiënten die diuretica, bètablokkers, converterend-enzym-antagonisten en sympatholitica gebruiken, maar lijkt geen invloed te hebben bij patiënten die alleen met calcium-antagonisten behandeld worden. Suppletie van kaliumchloride heeft geen invloed op de medicijnenbehoefte van patiënten met een weinig zoute voeding. In 19 klinische onderzoeken reduceerde kaliumchloride de systolische en diastolische bloeddruk met 6 respectievelijk 4 mm kwik. Het effect was groter voor patiënten met een hogere bloeddruk. De auteurs concluderen daarom dat kaliumsuppletie een vermindering van antihypertensiva-gebruik kan geven. Het is niet bekend of de niet-chloridebevattende zouten met betrekking tot de natriurese dezelfde effecten hebben als kaliumchloride. Er zijn een aantal gunstige effecten gerapporteerd van een hoog kalium dieet op de bloeddruk. Een hoog kalium dieet bestaat uit gestoomde in plaats van gekookte groenten, en bevat meer vers fruit en groenten. Het heeft daardoor ook een gunstig effect op de zout, vet en calorieinname.