Oorzaken van atherosclerose

Er bestaan acht theorieën waarin wordt getracht een verklaring te geven voor het ontstaan van atherosclerose. Er zijn theorieën waarin de nadruk wordt gelegd op de rol van: - cholesterol, - homocysteïne, - antioxidanten, - virale schade, - vrije radicalen, - veranderingen in het LDL cholesterol, - klonen en micronutriënten. Volgens de auteur is elke theorie een 'beetje waar'. In dit artikel wordt de opvatting besproken dat atherosclerose een ziekte is die het gevolg is van vitaminen deficiënties. De Westerse voeding bevat veel proteïnen en weinig vitamine B6. Deze combinatie verhoogt het risico op oxysterolen, met als gevolg beschadiging van de vaten en van het LDL-cholesterol. Gewezen wordt op de belangrijke rol van vitamine B6 in het homocysteïne metabolisme. Lage vitamine B6-concentraties hebben hoge homocysteïne-concentraties tot gevolg en dit kan leiden tot een verhoogde kans op atherosclerose. Naast een beperking van dierlijke eiwitten, voorverpakt voedsel (dit kan grote hoeveelheden oxysterolen bevatten) en geraffineerde voeding (vooral oliën), kunnen de volgende nutriënten hoge homocysteïne concentraties normaliseren: vitamine B12, foliumzuur en betaïne. Een veilige dosis van vitamine B6 ligt tussen de 50 en 200 mg per dag, eventueel in de vorm van pyridoxal-5-fosfaat. Volgens de auteur is het niet waarschijnlijk dat neuropathie ontstaat bij deze dosering, zeker niet wanneer men er ook synergetische nutriënten, zoals magnesium, bij inneemt. Ook is het aan te bevelen de inname van antioxidanten, zoals vitamine E (100-200 IE), vitamine C (2-4 gram), selenium (100 mg) en coënzym-Q10 (10-30 mg) te verhogen.