Probioticum LGG bij atopisch eczeem

Behandeling met Lactobacillus GG (LGG) kan symptomen van atopische dermatitis (eczeem) bij kinderen met een verhoogde immunoglobuline E (IgE) verminderen. De Finse onderzoekers schrijven het therpeutische effect toe aan de licht ontstekingsverhogende effecten van LGG.
Aan dit dubbelblinde onderzoek namen 230 kinderen met eczeem en een vermoede koemelkallergie deel. Gedurende het vier weken durende onderzoek kregen ze een placebo, Lactobacillus rhamnosus GG (ATCC 53103) (5 x 10-9 kiemen) of een mengsel van vier probiotica: Lactobacillus rhamnosus GG (5 x 10-9 kiemen), Lactobacillus rhamnosus LC705 (5 x 10-9 kiemen), Bifidobacterium breve Bbi99 (2 x 10-8 kiemen) en Propionibacterium JS (2 x 10-9). Koemelk werd uit de voeding geweerd. Na vier weken werd gekeken wie aan een koemelkallergie leed door herintroductie ervan.
Doordat de melk uit de voeding was genomen, namen in de groep als geheel de symptomen van eczeem met 65% af. Bij 120 kinderen werd de koemelkallergie door een provocatietest bevestigd. Bij deze subgroep werd geen vermindering van de symptomen gezien bij behandeling met LGG. Echter bij een gedeelte van deze subgroep werd een verhoogde IgE gevonden. Bij hen bleek LGG een grotere vermindering van het eczeem te geven dan placebo en het mengsel.
Gekeken werd naar een mogelijk werkingsmechanisme van de probiotica.
Voor de behandeling en na de behandeling werden bloedmonsters verzameld. Hierin werden onder andere het C-reactief proteïne (CRP), interleukine-6 (IL-6), IL-10 en het sE-selectine bepaald. Deze stoffen geven alle aan dat er ergens een ontstekingsreactie is.
Bij kinderen met het IgE-gemedieerde eczeem bleek dat LGG het CRP en het Il-6 significant verhoogde ten opzichte van placebo en het mengsel. Bij kinderen met een IgE-gemedieerde koemelkallergie bleken probiotica het sE-selectine te verhogen. De placebo deed dat niet. Het mengsel deed als enige ook het IL-10 significant stijgen.