Rol voor vitamine D bij preventie autisme?

Suppletie met de actieve vorm van vitamine D, het 1,25-dihydroxyvitamine D3 (calcitriol), voorkomt autistische kenmerken bij het nageslacht van muizen. Er werden vier verschillende groepen muizen gevormd. In twee groepen werd bij de muizen het immuunsysteem geactiveerd, bij de muizen in de andere twee groepen gebeurde dit niet. Activering van het immuunsysteem - waarbij ontstekingsbevorderende cytokinen vrijkomen, sprake is van oxidatieve stress en pathofysiologische veranderingen zoals een zinkdeficiëntie - kan autistisch gedrag uitlokken bij het nageslacht. Tevens werd een deel van de muizen tijdens het eerste trimester van de zwangerschap geïnjecteerd met 1,25-dihydroxyvitamine D3, de overige muizen kregen een injectie met een zoutoplossing (placebo). Bij het nageslacht werd het gedrag geobserveerd. In het bloed van de aanstaande moeders en in de hersenvloeistof van de foetussen werden de concentraties van de ontstekingsstoffen IL-1beta, IL-6 en TNF-alfa gemeten. Activering van het immuunsysteem bij de zwangere muizen leidde tot sociaal afwijkend gedrag bij het nageslacht. Echter, onder invloed van toediening van de actieve vitamine D tijdens de zwangerschap werd geen afwijkend gedrag gezien zoals stereotype gedrag en een verminderd vermogen tot expressie. Het 1,25-dihydroxyvitamine D3 was echter niet van invloed op de concentraties van de ontstekingsstoffen. Dit suggereert dat iets anders dan het ontstekingsremmende effect van de vitamine verantwoordelijk is voor het resultaat. De studie toont een verband tussen toediening van 1,25-dihydroxyvitamine D3 tijdens de zwangerschap en een verlaagd risico van autisme. In vervolgstudies moet deze relatie verder onderzocht worden.