Sublinguale immunotherapie blijkt effectief

Sublinguale immunotherapie verdient het voordeel van de twijfel. Dit blijkt uit een meta-analyse, gepubliceerd in het gerenommeerde tijdschrift JAMA.

Het toedienen van een oplossing van allergenen onder de tong wordt door de Food and Drug Administration (FDA) niet bewezen geacht. Desondanks wordt de therapie veelvuldig toegepast bij personen met allergische astma, rhinitis (ontsteking neusslijmvlies) en conjunctivitis (bindvliesontsteking). Voor de meta-analyse werden de medische databanken MEDLINE, EMBASE, LILACS en de Cochrane Central Register of Controlled Trials doorzocht naar studies waarin het effect van sublinguale immunotherapie werd vergeleken met een placebo.

In totaal werden 63 studies met 5131 proefpersonen in de analyse meegenomen. De leeftijd van de proefpersonen varieerde van 4 tot 74 jaar. In twintig studies betrof het alleen kinderen. Sublinguale immunotherapie kon symptomen van astma duidelijk verbeteren. In acht van de dertien studies verbeterden de symptomen met meer dan 40%. Ook bleek de therapie enigszins verlichting te bieden bij rhinitis en conjunctivitis. In negen van de zesendertig studies werd een verbetering van symptomen gezien van minimaal 40%. Toepassing van de therapie leidde daarnaast tot een afname van medicijngebruik en een verbetering van de kwaliteit van leven. Er werden lokale bijwerkingen gemeld, maar geen ernstige anafylactische reacties.

De meta-analyse laat een matige tot goede verbetering van allergische symptomen zien onder invloed van sublinguale immunotherapie. Vervolgstudies zijn nodig om de optimale dosis te kunnen vaststellen.