Trans-vetzuren (on)schadelijk?

Onder redactie van Dr. Gert Schuitemaker Gert Schuitemaker

Onder redactie van Dr. Gert Schuitemaker

2 min

Per 48 uur kun je als gast 2 artikelen gratis lezen; dit is gratis artikel 1 van 2.

Neem een digitaal abonnement  of Inloggen als abonnee
Artikel uit ORTHOmoleculair Magazine nr.4, 1994 [3 pagina’s] Aan het begin van deze eeuw werd een proces uitgevonden om natuurlijke, vloeibare en halfvaste oliën van plantaardige of dierlijke oorsprong om te zetten in vaste vetten. Dit proces van partiële hydrogenering wordt tegenwoordig overal ter wereld op grote schaal uitgevoerd om in de behoefte aan margarines, bak , braad en frituurvetten te voorzien.1 De aantrekkelijkheid van partieel gehydrogeneerde of geharde vetten ligt in hun lage prijs, constante kwaliteit en betrekkelijk lange houdbaarheid. Frituurvetten uit gehydrogeneerde oliën bijvoorbeeld, zijn verkrijgbaar in makkelijk te hanteren stevige blokken, die bij verhitting weinig geur afgeven. Ze zijn stabieler dan plantaardige oliën en daarom langer achtereen of vaker te gebruiken zonder het vet te moeten vernieuwen. Maar er bestaat ook een keerzijde. Bij het harden van vetten worden tevens, uit aanwezige cis configuraties, trans vormen van vetzuren gevormd en voor deze vetzuren zijn sterke aanwijzingen gevonden dat zij de gezondheid kunnen schaden.

Schrijf u nu in voor onze nieuwsbrief en blijft op de hoogte van het laatste orthomoleculaire nieuws.