Visvetzuren in zwangerschap verminderen obesitasrisico
Onder redactie van Dr. Gert Schuitemaker
Onder redactie van Dr. Gert Schuitemaker
2 min
Per 48 uur kun je als gast 2 artikelen gratis lezen; dit is gratis artikel 1 van 2.
Neem een digitaal abonnement of Inloggen als abonnee
Een hoge inname van omega 3-vetzuren tijdens de zwangerschap vermindert de kans op een kind met obesitas.
Reeds in dierstudies werd een verband gevonden tussen de inname van omega 3-vetzuren en het risico van obesitas bij het nageslacht. Dit is de eerste humane studie waarin deze relatie werd bevestigd.
Bij 1120 zwangere vrouwen werd halverwege de zwangerschap de inname van visvetzuren bepaald. Daarnaast werd bij 227 aanstaande moeders de concentratie van deze vetzuren in het bloedplasma gemeten en bij 302 vrouwen werd de concentratie in het navelstrengbloed bepaald. Er werd vervolgens gekeken naar een mogelijk verband tussen de concentratie van omega 3-, omega 6-vetzuren en de omega 3-/omega 6-ratio bij de kinderen op een leeftijd van 3 jaar.
De gemiddelde inname van EPA en DHA was 150 milligram per dag. De gemiddelde plasmaconcentratie van de vetzuren was 1,9% en de gemiddelde vetzuurconcentratie in de navelstreng bedroeg 4,6%. Van de kinderen was de gemiddelde huidplooidikte 17 mm en 9% van de kinderen had overgewicht. Bij een toename van de visvetzuurinname of de vetzuurconcentratie in het navelstrengbloed nam de huidplooidikte af. Bij een hoge vetzuurinname was de kans op obesitas 32% lager en bij een hoge vetzuurconcentratie in de navelstreng was het risico maar liefst met 91% verlaagd. De vetzuurconcentratie in het bloedplasma van de moeder was niet van invloed op het obesitasrisico van het kind.
Voor het eerst is in een humane studie aangetoond dat een lage inname van omega 3-vetzuren ten gunste van omega 6-vetzuren tijden de zwangerschap van invloed is op het risico van overgewicht bij het nageslacht.
Reeds in dierstudies werd een verband gevonden tussen de inname van omega 3-vetzuren en het risico van obesitas bij het nageslacht. Dit is de eerste humane studie waarin deze relatie werd bevestigd.
Bij 1120 zwangere vrouwen werd halverwege de zwangerschap de inname van visvetzuren bepaald. Daarnaast werd bij 227 aanstaande moeders de concentratie van deze vetzuren in het bloedplasma gemeten en bij 302 vrouwen werd de concentratie in het navelstrengbloed bepaald. Er werd vervolgens gekeken naar een mogelijk verband tussen de concentratie van omega 3-, omega 6-vetzuren en de omega 3-/omega 6-ratio bij de kinderen op een leeftijd van 3 jaar.
De gemiddelde inname van EPA en DHA was 150 milligram per dag. De gemiddelde plasmaconcentratie van de vetzuren was 1,9% en de gemiddelde vetzuurconcentratie in de navelstreng bedroeg 4,6%. Van de kinderen was de gemiddelde huidplooidikte 17 mm en 9% van de kinderen had overgewicht. Bij een toename van de visvetzuurinname of de vetzuurconcentratie in het navelstrengbloed nam de huidplooidikte af. Bij een hoge vetzuurinname was de kans op obesitas 32% lager en bij een hoge vetzuurconcentratie in de navelstreng was het risico maar liefst met 91% verlaagd. De vetzuurconcentratie in het bloedplasma van de moeder was niet van invloed op het obesitasrisico van het kind.
Voor het eerst is in een humane studie aangetoond dat een lage inname van omega 3-vetzuren ten gunste van omega 6-vetzuren tijden de zwangerschap van invloed is op het risico van overgewicht bij het nageslacht.
Schrijf u nu in voor onze nieuwsbrief en blijft op de hoogte van het laatste orthomoleculaire nieuws.