Vitamine C zinvol bij Pfeiffer

Onder redactie van Dr. Gert Schuitemaker Gert Schuitemaker

Onder redactie van Dr. Gert Schuitemaker

2 min

Dit artikel is openbaar en gratis te lezen
Dit artikel is openbaar gesteld, zodat deze door iedereen te lezen is. Om onbeperkt ook alle andere betaalde artikelen te kunnen lezen, neem dan via onderstaande knop een abonnement.

Neem een digitaal abonnement

Intraveneuze toediening van een hoge dosis vitamine C is effectief bij een infectie met het Epstein-Barrvirus. Dit virus veroorzaakt de ziekte van Pfeiffer en kan leiden tot het chronische vermoeidheidssyndroom (CVS).

Voor de studie werd gebruikgemaakt van de patiëntendatabase van de Riordan Clinic in de Verenigde Staten. Er werden gegevens geselecteerd van patiënten die in de periode van 1997 tot 2006 behandeld waren met intraveneuze toediening van vitamine C in een dosis die varieerde van 7,5 tot 50 gram per infusie. Het betrof 178 patiënten met verhoogde concentraties van antilichamen tegen het Epstein-Barrvirus (verhoogde IgM of IgG). De meeste patiënten hadden de diagnose CVS, of hadden klachten van vermoeidheid en/of klierzwellingen.

De resultaten lieten zien dat intraveneuze toediening van een hoge dosis vitamine C een positief effect had op de ziekteduur en leidde tot een verlaging van de concentratie van virale antilichamen. Er werd een correlatie gezien tussen de vitamine C-status in het bloedplasma en de concentratie van IgM-antilichamen. Personen met een hoge vitamine C-status hadden een lagere concentratie antilichamen in de acute fase van de ziekte. Tevens werd er een relatie gezien tussen de vitamine D-spiegel en IgG-antilichamen; de concentratie van IgG nam af bij een hogere vitamine D-status.

De resultaten sluiten aan bij eerdere bevindingen van in-vitro studies waarbij een adequate vitamine C-status in verband werd gebracht met een afname van de replicatie van het virus. 

Schrijf u nu in voor onze nieuwsbrief en blijft op de hoogte van het laatste orthomoleculaire nieuws.

Gerelateerde artikelen