Voedingsstoffen en kans op staar

De inname van specifieke vitamines en carotenoïden verkleint de kans op cataract (grauwe staar). Dit blijkt uit een meta-analyse. In diverse medische databanken werd gezocht naar relevante studies. Uiteindelijk werden acht gerandomiseerde, klinische studies en twaalf cohortstudies geselecteerd. Op basis van heranalyse van de resultaten van alle cohortstudies bleek dat inname van de meeste vitamines en carotenoïden geassocieerd was met een significant kleiner risico van staar op oudere leeftijd. Een adequate inname van vitamine A, vitamine C, vitamine E en bètacaroteen was geassocieerd met een significant kleinere kans op staar met respectievelijk 19%, 20%, 10% en 10%. Een adequate inname van de carotenoïden luteïne en zeaxanthine liet een vergelijkbare significante risicoreductie zien van 19%. De gerandomiseerde, klinische studies lieten geen effect zien van vitamine E en bètacaroteen ten opzichte van een placebo, maar wel van de andere vitamines en de carotenoïden. Iedere verhoging van de inname van luteïne of zeaxanthine met 10 mg per dag leidde tot een 26% lager risico op staar. Iedere verhoging van de vitamine C-inname met 500 mg per dag ging gepaard met een 18% lager risico. Een verhoging van de consumptie van vitamine A of bètacaroteen met 5 mg per dag leidde eveneens tot een significante risicoreductie met 6% tot 8%. Specifieke vitamines en carotenoïden beschermen tegen cataract op oudere leeftijd, zo blijkt uit de meta-analyse.