Antihypertensiva verlagen zinkstatus

Het gebruik van bloeddrukverlagende medicijnen gaat gepaard met een verminderde zinkconcentratie in het bloed. Suppletie met het mineraal kan de zinkstatus herstellen. Voor de studie werden 98 patiënten geselecteerd met een licht verhoogde bloeddruk. Ze werden behandeld met slechts één bloeddrukverlagend medicijn, dat kon behoren tot de diuretica, calciumantagonisten, ACE-remmers, angiotensine-II-receptorantagonisten of tot de betablokkers. Vervolgens werden ze in drie groepen verdeeld. In de eerste groep kregen de proefpersonen voeding met een optimale hoeveelheid mineralen. In de tweede groep kregen de deelnemers een supplement met zink en in de derde groep werd geen interventie ingezet (controlegroep). Aan het begin en einde van de studie werd de mineralenstatus in het bloedserum, de haren, urine en rode bloedcellen bepaald. Tevens werden biomarkers voor oxidatieve stress gemeten. Het gebruik van antihypertensiva ging gepaard met een afname van de zinkconcentratie in het bloedserum en de rode bloedcellen en een verhoogde zinkuitscheiding via de nieren. De medicijnen waren niet van invloed op de concentraties van andere mineralen waaronder koper en ijzer. Tevens nam de activiteit van de antioxidatieve enzymen katalase en superoxidedismutase (SOD) af, evenals de bloedconcentratie van de ontstekingsmarker TNF-alfa. De zinkconcentratie nam enkel toe onder invloed van suppletie. Er werd een significant verband gezien tussen de zinkspiegel en de glucoseconcentratie. Een adequate zinkinname ging gepaard met een lagere glucosespiegel. Bloeddrukverlagende medicijnen zijn van invloed op de zinkstatus. Suppletie met het mineraal kan de zinkspiegel op peil houden en voorkomt daarmee een verstoorde glucosespiegel.