Covid-19 en long-darm-as

De aanwezigheid van SARS-Cov2-RNA in ontlasting van personen met een Covid 19-infectie én diarree die soms als symptoom optreedt, wijzen op een mogelijk verband tussen de longinfectie en de darm. Indiase wetenschappers suggereren dat de samenstelling en diversiteit van de darmflora een rol speelt bij het beloop van een Covid 19-infectie. Het blijkt dat vooral bij ouderen, personen met een verminderd afweersysteem en chronische aandoeningen zoals diabetes type-2 en hart- en vaatziekten sprake is van een ernstiger beloop van de infectie. Juist bij deze personen wordt vaak een dysbiose van de darmflora vastgesteld. Hoewel nog weinig humane studies gedaan zijn naar de long-darm-as, blijkt uit dieronderzoeken dat de darmmicrobiota vermoedelijk een rol speelt bij de gezondheid van de longen. Zo liet een muizenstudie zien dat de eliminatie van specifieke darmbacteriën middels antibiotica leidt tot een verhoogde gevoeligheid van de longen voor griepvirussen. Ook blijkt dat bepaalde bacteriële metabolieten de immuunrespons van de longen kunnen beïnvloeden. Tevens is bekend dat een adequate productie van korteketenvetzuren in de darm, bijvoorbeeld onder invloed van prebiotica, de longen beschermt tegen allergische ontstekingen en ontstekingsreacties bij astma en cystische fibrose verminderen. Toediening van gunstige darmbacteriën zoals Lactobacillus rhamnosus, Bifidobacterie lactis en Bifidobacterie breve konden de allergische respons in de longen van muizen gunstig beïnvloeden. De wetenschappers suggereren dat een dysbiose van de darmmicrobiota van invloed is op het beloop van een Covid 19-infectie. Ze pleiten dan ook voor onderzoek naar dit verband.