Flavanolen veranderen genexpressie

Dagelijkse suppletie met flavanolen afkomstig uit druivenpitten leidt tot een veranderde genexpressie en heeft daarmee mogelijk een gunstig effect op de bloedvaten.

Aan de studie namen dertien mannelijke rokers deel. Ze kregen gedurende acht weken dagelijks 200 mg monomere en oligomere flavanolen. Er werd gekeken welk effect dit had op de genexpressie in witte bloedcellen (leukocyten) en op de DNA-methylering, een chemische reactie waarbij een methylgroep aan DNA wordt gehecht. Hierdoor verandert de structuur van het DNA waardoor deze niet meer afleesbaar is voor bijvoorbeeld transcriptie. 

Suppletie met de flavanolen leidde tot een significant veranderde expressie van 864 genen, ondanks dat er geen grote veranderingen van DNA-methylering werden gezien. Wel was de interindividuele variabiliteit van DNA-methylering in de leukocyten groot. Een deel van de genen was betrokken bij celadhesie. Dit suggereert dat de veranderde genexpressie leidt tot een afname van adhesie van immuuncellen aan endotheelcellen in de bloedvaten, een eerste stap bij het ontstaan van atherosclerose. Dit werd inderdaad bevestigd in een in-vitro experiment waaruit bleek dat blootstelling van monocyten aan flavanolen leidt tot een verminderde adhesie aan TNF-alfa gestimuleerde endotheelcellen. Ook leidt toediening van flavanolen tot een verminderde activiteit van NF-kappa-B.

De veranderde genexpressie lijkt bij te dragen aan de eerder waargenomen gunstige effecten van flavanolen op de bloedvaten.